Fanny Claassen: ‘De energietransitie is van ons allemaal’

De eerste aanvragen voor het Ontwikkelfonds zijn in behandeling. Een mijlpaal volgens Fanny Claassen, maar geen reden om stil te zitten, want er zijn op dit moment meer onderwerpen actueel. “Hoe creëren wij draagvlak voor de energietransitie? En hoe betrekken wij mensen met een kleine portemonnee hierbij? Daarnaast gaan wij samen met de Natuur- en Milieufederatie Utrecht aan de slag om de warmtetransitie verder aan te zwengelen.”

Projectbureau Energie van Utrecht en Energie Samen tekenden eind maart een open-house overeenkomst voor projectbureaus. Daarmee was Energie van Utrecht formeel het eerste aangesloten projectbureau voor de uitvoering van het Ontwikkelfonds.

Dit betekent dat lokale energiecoöperaties met geld uit het Ontwikkelfonds expertise en capaciteit kunnen inhuren bij Energie van Utrecht om zonneparken en windparken te ontwikkelen.

Aanvragen Ontwikkelfonds

Het fonds slaat aan, bevestigt Fanny Claassen. “Wij hebben nu zeven aanvragen binnen gekregen. Vier aanvragen voor zonprojecten, twee aanvragen voor een combinatie van wind- en zon en een aanvraag voor een windproject. Daarnaast weet ik dat er energiecoöperaties zijn die binnenkort een aanvraag zullen indienen.”

Fanny is blij met, maar niet verbaasd over het enthousiasme van de lokale energiecoöperaties voor het fonds. “Zij hebben nu dezelfde kansen als andere ontwikkelaars bij het realiseren van projecten. Het versnelt echt de energietransitie van onderop. Het Ontwikkelfonds en Projectbureau zijn echte gamechangers.”

Energiecoöperaties kunnen via het fonds een lening aanvragen voor ontwikkelkosten van een energieproject. Alleen als het project daadwerkelijk doorgaat, betaalt de energiecoöperatie de lening met een opslag terug. Dat geld wordt weer ingezet voor andere projecten. Gaat het project niet door, dan vervalt de lening. Belangrijke voorwaarde vanuit het ontwikkelfonds is het streven naar minstens 50% lokaal eigendom.

Inclusieve Energietransitie

Op zichzelf is het realiseren van lokaal eigenaarschap goed mogelijk. Uit eerdere initiatieven blijkt dat particulieren graag willen investeren in zon- en windprojecten. “Wel zien wij dat nu vooral mensen met een hoger inkomen investeren”, merkt Fanny op. “Dat is jammer, want juist de omslag naar duurzame energieopwek is een taak van ons allemaal.  ”

Daarom gaat het Projectbureau nu aan het werk om ook mensen met een lager inkomen bij de energietransitie te betrekken. Fanny: “Samen met de Provincie en de NMU gaan wij een ‘Community of Practice’ opzetten om ook deze groep mee te kunnen nemen. Binnen deze community gaan wij serieus met hen in gesprek en kunnen wij uitzoeken wat deze mensen echt nodig hebben. Als wij hun wensen in kaart hebben, gaan wij vervolgens praten met financiers over mogelijke geschikte financieringsvormen. Dat kunnen bijvoorbeeld renteloze leningen zijn of specifieke fondsen.”

Om deze missie tot een goed einde te brengen zal Energie van Utrecht zeker een beroep doen op lokale energiecoöperaties, licht ze verder toe. “De inclusieve energietransitie is bij uitstek een vraagstuk dat wij samen moeten oppakken. Pilots zullen wij dan ook laten uitvoeren door de energiecoöperaties zelf. Zo kijkt Rijne Energie hoe ze  bewoners van Kanaleneiland bij de opwek bij Rijnenburg en Reijerscop kunnen betrekken.”

Participatie

Streven naar een inclusieve energietransitie is volgens de directeur van het Projectbureau ook cruciaal voor het creëren van draagvlak. “De energietransitie is van ons allemaal”, benadrukt zij nog maar een keer. “Van rijk en arm en voor jong en oud, maar nu de projecten voor het opwekken van duurzame energie op land steeds zichtbaarder zijn, groeit de weerstand. Niet onbegrijpelijk, maar daarom is het juist nu belangrijk dat wij ons verhaal duidelijk laten horen.”

In die dialoog met burgers en de lokale politiek spelen de lokale energiecoöperaties een essentiële rol, vervolgt Fanny. “Meer dan ooit is een heldere communicatie nu nodig voor het creëren van draagvlak. Als Projectbureau gaan we de  energiecoöperaties daarbij  helpen. Dit willen wij doen door relevante documenten rond het thema duurzame energie beter te ontsluiten en door bijvoorbeeld communicatietrainingen aan te bieden aan de lokale vrijwilligers. Ook op bewonersavonden helpt het als energiecoöperaties tools in handen hebben om de duurzame boodschap goed voor het voetlicht te brengen.”

Een eerste stap is de workshop omgevingscommunicatie bij energieprojecten die we organiseren op woensdag 19 mei, meer informatie en aanmelden kan via onze website.

Warmtetransitie

Behalve in de communicatie gaat Energie van Utrecht energiecoöperaties de komende tijd ook steunen bij de stappen die zij zetten in de warmtetransitie. “Uiteindelijk is het doel dat er collectieve warmtevoorzieningen komen, waarin burgers kunnen participeren”, legt Fanny uit. “Samen met NMU gaan wij energiecoöperaties helpen met pilotprojecten om deze warmtetransitie vorm te geven.”

Het idee is dat mensen die betrokken zijn bij bewonersinitiatieven voor warmteprojecten worden opgeleid tot coöperatief projectleider warmtetransitie en dat er een projectleiderspool Warmte komt. Fanny: “Ook komt er een Community of Practice warmte waar projectleiders en energiecoöperaties kennis en ervaringen delen en elkaar helpen. Daarnaast is het de bedoeling dat wij samen met de energiecoöperaties drie of vier pilotprojecten starten waarbinnen bewoners zich bezighouden met een lokaal warmteproject.”

Het warmteprogramma is pas een eerste stap naar de gedroomde situatie erkent zij tot slot. “Het kost een aantal jaar om een wijk duurzaam te maken. Niettemin heeft Utrecht als ambitie om in 2030 20% van de huizen in de provincie aardgasvrij te maken. Daar kunnen wij samen met de energiecoöperaties met dit warmteprogramma wel in hoge mate aan bijdragen.”

Laat een reactie achter