Wijnand Jonkers: ‘Wij doen wat nodig is om de energietransitie te versnellen’
De subsidie Energietransitie, steun voor inclusieve energieprojecten en het Ontwikkelfonds voor de financiering van risico’s bij grootschalige energieprojecten. Het is maar een kleine greep uit het aanbod van de provincie Utrecht waar energiecoöperaties gebruik van kunnen maken. “Bij alle regelingen kijken wij naar wat nodig is om de energietransitie te versnellen”, zegt projectleider bij de provincie Wijnand Jonkers.
“Wat moeten we doen om de energieomslag te kunnen maken? Het is de vraag die leidend is voor onze inzet”, benadrukt Wijnand.
Hij is projectleider participatie en coöperaties binnen het Programma Energietransitie van de provincie Utrecht. “Binnen het klimaatakkoord en de regionale energiestrategie hebben wij een ambitie afgesproken. De provincie streeft ernaar om uiterlijk in 2050 CO2-neutraal te zijn. Alle regelingen die wij aanbieden zijn erop gericht om die doelstelling te halen. In de praktijk betekent dit dat wij vooral plaatselijke initiatieven ondersteunen, want de energietransitie krijgt lokaal vorm.”
Kansen
Twee belangrijke doelgroepen voor de verschillende provinciale regelingen zijn dan ook de gemeenten en de lokale energiecoöperaties. Beiden werken vanuit een verschillende insteek, maar vullen elkaar goed aan, volgens de provinciale projectleider. Zeker bij participatietrajecten merkt hij dat samenwerking tussen gemeente en lokale energiecoöperatie een sleutel kan zijn tot succes.
De provincie kan volgens Wijnand bijdragen met de ondersteuning die ze biedt voor het vergroten van de capaciteit. “Juist hier liggen kansen voor gemeente en energiecoöperatie. Binnen de provincie hebben wij meerdere mogelijkheden om te helpen als er te weinig menskracht is om de bewonersparticipatie op gang te brengen.”
Participatie-experts
Dat gemeentes niet van alle regelingen op de hoogte zijn of zich terughoudend opstellen bij het indienen van aanvragen verrast hem niet. “Het is een beetje een kip-en-ei-verhaal. Een aanvraag indienen bij de provincie kost tijd voordat het iets oplevert. Bovendien is een deel van ons aanbod nog vrij nieuw. Zo is bij nog niet alle gemeentes bekend dat zij via ons een beroep kunnen doen op participatie-experts die meedenken gedurende het traject. Overigens kunnen energiecoöperaties die hiermee actief aan de slag willen gaan ook bij mij aankloppen.”
Bij de provincie is Wijnand als projectleider participatie en cooperaties het eerste aanspreekpunt voor hen. “Ik raad coöperaties aan om eerst contact met mij te zoeken voor ze een aanvraag indienen. Samen kunnen wij dan kijken wat haalbaar is en het voorkomt onnodig werk. Soms is zelfs meer mogelijk dan mensen denken.”
Programma ‘Betrekken en beïnvloeden’
Coöperaties die aan de slag willen met het betrekken van bewoners bij de energietransitie kunnen voor advies natuurlijk ook terecht bij Energie van Utrecht. Zo start het projectenbureau binnenkort met haar eigen participatieprogramma ‘Betrekken en beïnvloeden’.
Dit programma is bedoeld voor vrijwilligers en bestuursleden van energiecoöperaties. Deelnemers leren hoe zij acceptatie bij bewoners en de meerderheid van de raad kunnen creëren en hoe ze op een goede manier met de diverse media kunnen omgaan. Meer informatie lees je op de website.
Cofinanciering
Het opstellen van een aanvraag vraagt even wat aandacht. Zo kan de cofinancieringseis om voor subsidie in aanmerking te komen lastig zijn voor coöperaties. “Deze hebben in de regel weinig eigen vermogen, maar brengen wel toegevoegde waarde met zich mee als het gaat om inzet van vrijwilligers”, legt Wijnand uit.
“Als provincie Utrecht vinden we het belangrijk om deze vrijwillige inzet te waarderen. Al het werk dat energiecoöperaties verzetten draagt zeker bij aan het versnellen van de energietransitie. Bestuursleden staan daarom voor de cofinanciering op de balans voor 36 euro per uur en overige leden voor 22 euro. Op deze manier is de subsidieregeling ook voor energiecoöperaties interessant.”
Ontwikkelfonds
Met het aanbod wil de provincie zoveel mogelijk aansluiten op de lokale vraag, licht hij verder toe. Zo is de oprichting van het projectenbureau Energie van Utrecht een idee van de verschillende lokale coöperaties geweest, waaraan de provincie haar steun heeft gegeven.
Wijnand: “Ook het Ontwikkelfonds dat energiecoöperaties helpt bij de financiering van de risicovolle fase bij de projectontwikkeling van grootschalige energieprojecten is een idee dat de NMU en de coöperaties hebben aangedragen.”
Regeling Energietransitie
Het Ontwikkelfonds is nog maar een paar maanden in de lucht. De regeling Energietransitie staat sinds oktober vorig jaar open. “Vanuit de energiecoöperaties hebben wij sindsdien 20 aanvragen ontvangen, waarvan er 15 zijn gehonoreerd”, geeft Wijnand als tussenstand.
“De regeling bestaat uit verschillende onderdelen, maar de helft van de aanvragen is voor het oprichten van nieuwe energiecoöperaties. Wij merken dat de RES een belangrijke trigger is om zich te verenigen. Mensen zien toch dat er iets aan het gebeuren is en willen meedoen.“
De regeling is in juli dit jaar vernieuwd. Het belangrijkste verschil is dat aanvragen voor grootschalige projecten niet langer mogelijk zijn. “Daarvoor is nu het Ontwikkelfonds”, legt Wijnand uit. “Andere onderdelen zoals energie besparen en warmte hebben wij met oog op de activiteiten van de lokale energiecoöperaties juist toegevoegd.”
Windpark Deil
Windpark Deil is een goed voorbeeld van de richting die de provincie in wilt slaan, zegt de projectleider binnen het provinciale programma Energietransitie tot slot. 8 september organiseren Energie van Utrecht en NMU een excursie naar het windpark dat deels coöperatief is opgezet.